De strafrechtadvocaat is geen sta-in-de-weg, maar kan juist bijdragen aan een zorgvuldige en efficiënte strafrechtspleging. De strafrechtadvocatuur zou dan ook de ruimte moeten hebben haar rol te vervullen en zo de herwaardering krijgen die zij verdient.
Dat schrijven strafrechtadvocaten Patrick van der Meij (Cleerdin & Hamer Advocaten) en Dino Bektesevic (Bektesevic Ter Steeg Advocaten) in een uitgebreid artikel in Boom Strafblad, dat Bektesevic op zijn LinkedIn-pagina deelt.
Regeerakkoord
In dit artikel, dat de twee advocaten met het oog op het nieuwe regeerakkoord publiceren, beschrijven ze hoe volgens hen uit het zicht is geraakt welke waarde de advocatuur voor de strafrechtspleging heeft. Ook zetten ze uiteen waarom het zo belangrijk is dat er in het nieuwe regeerakkoord aandacht wordt besteed aan rechtsbescherming en rechtsbijstand in het strafrecht.
Onder druk
De positie van de strafrechtadvocaat staat meer dan ooit onder druk, schrijven ze. Daarbij noemen ze de grote zorgen om de veiligheid van advocaten en de reputatie van strafrechtadvocaten, die volgens hen door onder meer de media en ook parlementsleden “makkelijk op het spel wordt gezet”. Er wordt afbreuk gedaan aan het verschoningsrecht en de verhoudingen tussen het Openbaar Ministerie en advocaten zijn verder gepolariseerd, zo constateren zij. Ook wijzen ze op de nog niet ‘herijkte’ financiering van de sociale advocatuur.
Weinig zicht
Maar in hun bijdrage willen de auteurs vooral aandacht vragen voor het imago van de strafrechtadvocaat. Zij stellen vast dat er bij kabinet en Kamerleden al lange tijd weinig zicht is op wat strafrechtadvocaten betekenen voor de rechtsstaat en strafrechtspleging.
De wetgever heeft in veel gevallen weinig oog voor de individuele rechtsbescherming, hoe die kan worden geëffectueerd en op welke manier goede rechtsbijstand daarbij kan helpen, stellen Van der Meij en Bektesevic.
Geen gesprekspartner
Dat de strafrechtadvocatuur onvoldoende wordt gewaardeerd blijkt volgens de auteurs ook uit het feit dat beleidsmakers, maar ook andere hoofdrolspelers in de strafrechtspleging waaronder OM en Rechtspraak vaak nalaten de strafrechtadvocatuur als gesprekspartner te betrekken bij belangrijke kwesties, zoals bij het recente pleidooi van het OM, de Raad voor de rechtspraak en de politie voor een extra financiering van 850 miljoen. Van der Meij en Bektesevic noemen daarbij het artikel ‘Wat is de rechtsstaat ons waard? Dáár draait het om’ in Trouw van 30 januari, waarin OM-topman Gerrit van der Burg, Raad voor de rechtspraak-voorzitter Henk Naves en politiechef Hanneke Ekelmans werden geïnterviewd.
“Een gemiste kans in een fundamentele discussie over het bewaken van de rechtsstaat en het redden van de piepende en krakende strafrechtspleging”, vinden Van der Meij en Bektesevic. Alleen al omdat de strafrechtadvocaat de procesdeelnemer is die het dichtst bij de burger staat zou zijn input moeten worden gevraagd over wat er beter kan in de praktijk, aldus de auteurs.
Controlemechanismen
Wanneer de strafrechtadvocatuur structureel bij de ontwikkelingen in de strafrechtspleging zou worden betrokken, zal de druk op de strafrechtspleging afnemen, verwachten zij. De advocatuur is als geen ander onderdeel van die strafrechtspleging toegerust op het bevorderen van de controlemechanismen. “Dat die bemoeienis niet altijd uitkomt in verband met de wens tot een efficiënte afdoening is een gegeven, maar die bemoeienis is veel meer dan alleen maar lastig.” Goede rechtsbijstand helpt misstanden voorkomen, houdt de andere procesdeelnemers scherp en draagt bij aan kwalitatief goede rechtspraak.
Procespositie
Van der Meij en Bektesevic benadrukken dan ook dat de aandacht die er in het regeerakkoord moet komen voor rechtsbescherming en rechtsbijstand in het strafrecht verder moet gaan dan betere financiering. Het gaat om “overzien wanneer de rechtsbescherming van de burger in het gedrang kan komen, welke procedures ingrijpend en complex zijn en betrokkenheid van een professionele rechtsbijstandverlener vergen.” Ook gaat het om overzien wanneer de advocaat vroegtijdig in procedures moet worden betrokken en gefaciliteerd met informatie, een daadwerkelijke procespositie en alles wat hij nodig heeft om zijn werk goed te kunnen doen.